De Citroën BX
De geschiedenis van de BX Sport begint uiteraard bij de ‘normale’ BX. De ontwikkeling van de BX begon in 1977. Doel was om een opvolger te creeeren voor het toenmalige middenklasse-model, de GS(A). De definitieve BX werd in september 1982 geintroduceerd, vlak voor de Salon de l’automobile in Parijs. Vanaf de introductie was de BX leverbaar in vijf (hatchback) uitvoeringen: de BX, de BX 14E, de BX 14RE, de BX 16RS en de BX 16TRS.
Nederland mocht in februari 1983 kennis maken met de BX. De auto werd daar enthousiast ontvangen, ondanks zijn eigenaardigheidjes zoals het ietwat afwijkende dashboard. Later in 1983 konden ook dieselrijders met de BX kennismaken: de BX 19D en 19TRD werden geintroduceerd.
De BX GT
Om de meer sportieve rijders ook een BX aan te kunnen bieden introduceerde Citroën in 1984 de BX GT. De BX GT beschikt over een 1905 cm3 benzine-motor met enkele Solex-carburateur waarmee het vermogen op 105 pk kwam. Uiterlijke kenmerken zijn onder andere een zwarte achterspoiler, GT-striping en een conventioneel dahboard met ronde klokken. De BX GT heeft een topsnelheid van 185 km per uur en accelereert in 10 seconden naar de 100 km per uur, in die tijd zeer acceptabele prestaties. De BX GT is leverbaar geweest in 1985 en 1986 en is opgevolgd door de BX GTi.
De Citroën BX GT. Bron foto: http://citroenbx19gt.free.fr/
De BX Sport
De (mijn) Citroën BX Sport, nog in zilvergrijze (Gris Perlé metallic) uitvoering
Omdat het altijd sportiever kan introduceerde Citroën in de zomer van 1985 de BX Sport. De BX Sport heeft dezelfde 1905cm3 motor als de GT, maar door een aantal modificaties is het vermogen opgeschroefd van 105 tot 125 pk. De belangrijkste verschillen zijn een andere cylinderkop, een andere nokkenas en 2 carburateurs in plaats van 1. In het opschroeven van het vermogen heeft de constructeur Danielson een groot aandeel gehad.
Uiterlijk verschilt de BX Sport dag en nacht met de BX GT. Waar de GT nog tamelijk braaf en bescheiden oogt is de BX Sport een stuk woester. Dit komt door de montage van extra dikke bumpers met spoilers, een grote achterspoiler, sideskirts en spatbordverbredingen. Al deze aanpassingen geven de BX Sport een zeer sportieve look. Het interieur is ten opzichte van de BX GT iets luxer, voornamelijk door het gebruik van betere bekledingsmaterialen, met velours beklede sportstoelen en een sportstuur. De BX Sport was leverbaar in 5 kleuren: Gris Perlé (lichtgrijs), Gris Renard (dondergrijs, Rouge Vallelunga (rood), Noir (zwart) en Blanc (wit).
Het oorspronkelijke plan was om een gelimiteerde serie van 2500 exemplaren te bouwen voor de Franse, Belgische en Nederlandse markt. Door de enorme vraag (er ontstonden wachtlijsten voor de auto!) heeft Citroën besloten om nog 5000 extra exemplaren te bouwen waardoor het totaal aantal gebouwde BX Sport’s tot 1986 op 7500 uitkomt. De BX Sport was dermate populair dat er nog een aantal is gebouwd terwijl de BX GTi al geleverd werd.
Een waardige opvolger kreeg de BX Sport pas in 1987 toen de BX 1.9 GTi 16v werd geintroduceerd. De ‘gewone’ GTi was eigenlijk geen waardige opvolger voor de BX Sport. Weliswaar waren de prestaties exaxt gelijk aan die van de Sport, maar een sportief gevoel ontbrak volkomen en uiterlijk is de GTi eerder saai dan sportief te noemen. De BX GTi 16v bracht het sportieve gevoel weer terug, niet in het minst door de prestraties (160 pk, topsnelheid 225 km per uur!) Zie verder: algemene informatie over de BX Sport!